Zaterdagavondbeleving
Rond half acht in de avond hobbel ik op mijn gemakje de supermarkt in. Mandje is voldoende, want ik haal alleen het avondeten voor vandaag. Ik ben iets later dan gebruikelijk. In gedachte stel ik een maaltijd samen. Varkenshaasje moet kunnen. Met warme geitenkaas en in verse knoflook gebakken champignons op een bedje van rucola. Stokbroodje. Niet te ingewikkeld en lekker.
In net te rap tempo snel ik de schappen langs, want vlakbij de kassa mis ik iets van het menu. “Shit, stokbrood vergeten...”, mopper ik tegen mezelf. En zin in koffie. Ik ga naar het koffiehoekje bij de broodafdeling voor de twee vliegen in één klap. Daar aangekomen zie op een bankje dat me nog nooit was opgevallen een gezin aan de koffie zitten. Vader, moeder en twee zoons van om en nabij de 8, zo schat ik in. Ik laat het bekertje vollopen. “Gezellig, hè?” hoor ik moeder zeggen.
“Het is net of ik bij jullie op visite ben”, zeg ik met het bekertje in de hand richting het brood loop. “Nou, dan kom je toch gezellig bij ons zitten”, zegt moeder. “Ja, ga lekker zitten”, zegt vader, “dan haal ik nog wat boodschappen”. De oudste zoon staat ook op zodat er ruimte ontstaat voor ruim
“Dit doen we iedere zaterdag, we noemen het onze zaterdagavondbelevenis. Eerst deed ik zelf de boodschappen in mijn eentje. Even in een halfuur de hele winkel door en dan konden de jongens best even thuis blijven, maar dit is toch veel gezelliger..?” Dat beaam ik, terwijl ik een slokje neem. “Spaart u ook voetbalplaatjes?” Ook dat kan ik beamen, maar met de mededeling dat ik ze aan mijn neef geef. “Dat is jammer jongens, we kunnen niet met deze meneer ruilen”.
We kletsen nog wat over niets speciaals, maar ik moet weer verder. De koffie is op en “Mijn vrouw zit op dit eten te wachten”, geef ik als reden om de gezelligheid voortijdig te verlaten. Om het een en ander kracht bij te zetten houd ik het mandje met boodschappen op en knik verontschuldigend met mijn beste glimlach. “Volgende keer bij ons”, grap ik terwijl ik wegloop. “Ja”, zegt moeder, “gezellig!”