In herinnering: Jan van Beveren
Toen ik 7 jaar was mocht ik eindelijk op voetballen. In mijn tijd waren er nog geen F-jes. Mijn beste vriend (nog steeds overigens) Edwin zat al op voetbal. Hij is 8 maanden ouder. Op het veldje tussen de huizen voetbalde we dagelijks, maar lid worden van de club was het natuurlijk helemaal. Ik woonde in de wijk Kerkelanden in Hilversum. Bloemenkwartier was de club in de buurt. Ik weet nog hoe trots ik in het tenue rond liep in de buurt. Wit shirt met een horizontale zwarte balk, witte broek, zwarte kousen met een witte balk bovenin.
Het was een vrij eenvoudige club met 2 veldjes en een wankele kantine waar nu de animal cops van Dion voor zouden uitrukken als je er een varken in zou huisvesten. Het eerste jaar heb ik er gevoetbald in de E2, het jaar daarop E1. Dat moet ook het jaar zijn geweest dat ik Jan van Beveren op televisie zag. Die was keeper bij PSV. Dat weet ik eigenlijk niet zeker meer. Wel dat ie keeper was natuurlijk. Een hele elegante keeper met mooie zweefduiken. Dat wilde ik ook.
Middagen lang oefende ik op de slaapkamer van mijn ouders op het duiken. Ik gooide een bruine rubberachtige bal, voor de kenners een drietje, tegen de vloer bij de muur, zodat ie via de muur met een boog boven het bed kwam. En dan dook ik er op af. Na een paar weken oefenen vroeg ik de leider of ik op doel mocht staan. Dat wil normaal niemand op die leeftijd, dus dat werd enigszins verbaasd goed bevonden.
Ik was een redelijk goede keeper voor mijn leeftijd. Was niet bang voor de bal, niet bang voor de tegenstander, die liep ik gewoon omver, en kon goed duiken. Ik hield ontzettend veel ballen tegen. Het enige commentaar ging over mijn showduiken, want desnoods gooide ik de bal nog eens omhoog om er alsnog naar te duiken. Dit tot groot vermaak vn de anderhalve man en een paardekop langs de lijn.
Even tussendoor: ik ben jaren later die leider nog eens tegen gekomen. Ik denk dat ik 23 jaar was of zoiets. Hij was scheidsrechter bij het zaalvoetballen. Hij herkende mijn naam op het wedstrijdformulier en zag mij keepen. Ik was niets veranderd: nog steeds onnodig duiken, zelfs in de zaal!
Vandaag overleed Jan van Beveren. Met het overlijden van je voorbeelden, sterven ook een beetje je ideeën en dromen over wat je als kleine jongen wilde worden. Want hoe aardig dat mannetje ook ballen tegen hield en hoe mooi hij ook kon duiken, zo goed als Jan van Beveren zat er in de verste verte niet in. Maar toch kan hij blijven inspireren, want belangrijker dan zijn keeperkwaliteiten, zo leerde ik later, was zijn bescheidenheid. En daar kan ik nog stevig mee aan de slag…