Alle blogjes

De Canon van Almere

Regelmatig krijg ik de vraag hoe het toch staat met de Canon van Almere. Vanuit de wandelgangen hoorde ik eerder: er wordt aan gewerkt. Nu lezen we in de krant dat ie wat vertraging heeft opgelopen. Ik weet niet hoe de Canon er uit gaat zien, mijn persoonlijke lijstje loopt voorlopig van hazelnoot tot Kempenaar. En over alles daartussen laat ik mij graag verrassen.
Eind 2006 hebben we bij Leefbaar Almere veel energie gestoken om de Canon voor elkaar te krijgen. Inwoners vonden het leuk (Raadspanel) en uiteindelijk een (vreemd verdeelde) meerderheid van de gemeenteraad ook.  Het aardige van de motie vind ik dat er een beperkt budget beschikbaar is gesteld, 10.000 euro. Daardoor werd de inzet van liefhebbers, vrijwilligers een bijna absolute voorwaarde.Daarnaast was het geen dichtgetimmerde motie. Eigenlijk zeiden we “Hier is 10 mille, maak er een Canon van Almere voor”. Ik heb dit zelfs vrij letterlijk zo uitgesproken. Daarna is het aan de stad om de canon te gebruiken, te misbruiken, serieus te nemen of met alternatieven te komen. Of er helemaal niks van te vinden.De vraag is nu: hoe gaat onze gemeente om met veel vrijheid en een vrij beperkt budget. En kunnen we vaker leuke extra dingen voor de stad op deze manier oplossen…  Naast (of boven) de vrijwilligers van Het Geheugen van Almere en Historisch Almere, werd een projectleider aangesteld in de persoon van oud-wethouder en historicus Douwe Halbesma. Hij werkte naar verluid onbezoldigd mee aan deze klus. Waarvoor hulde.  Maar nu hij een betaalde opdracht gekregen heeft, trekt hij zich terug. En dat is te begrijpen. Ellis Kreuwels van het Stadsarchief wordt nu projectleider. Halbesma twijfelt er in het krantebericht ook aan of tienduizend euro wel voldoende is en of ze wel de goede weg zijn ingegaan door te kiezen voor een Wikipedia-achtige opzet…  

Dit soort perikelen horen bij veel vrijheid en een beperkt budget. We moeten de totstandkoming van onze canon evalueren. Niet om negatief tekeer willen gaan, in tegendeel. Maar om juist te bepalen of we in de toekomst met een relatief laag budget en een niet te ingewikkelde organisatiestructuur leuke extra dingen tot stand kunnen brengen.